Er zijn honderden wilgensoorten maar de meest interessante voor bonsai doeleinden is de Treurwilg (Salix babylonica / alba 'Tristis' / Salix x sepulcralis ‘Chrysocoma').

Hij heeft afhangende takken en lange gelige twijgen die bijna tot op de grond hangen. Hij is inheems in China en is wijdverspreid in de noordelijke hemisfeer. De echte Treurwilg is de Salix babylonica maar er zijn sommige variëteiten die er zeer sterk op gelijken, zoals Salix alba Tristis en Salix x sepulcralis Chrysocoma.

Deze bomen kunnen tot 20 m hoog en 80 tot 200 jaar oud worden als ze onder gunstige omstandigheden kunnen groeien. Wilgen houden van een vochtige grond en groeien dikwijls dichtbij vijvers, meren en rivieren. In de lente geven de zilveren of gele katjes de boom een zeer attractief voorkomen. De bladeren zijn lang en smal. In de herfst worden ze goudgeel alvorens af te vallen.

Treurwilgen kunnen mooi zijn als bonsai maar hun zorg en vormgeving is niet bepaald gemakkelijk. Ze hebben zeer veel water nodig en hun sterke groei moet gecontroleerd worden. Ze zijn best geschikt om er een grotere bonsai mee te maken omdat de hangende takken en bladeren genoeg ruimte nodig hebben. De scheuten moeten altijd naar onder bedraad worden omdat ze de neiging hebben om naar boven te groeien om zo de genetisch voorbestemde hoogte te kunnen bereiken. Wilgen verliezen soms takken zonder duidelijk aanwijsbare reden of oorzaak.

Gebruik onze Bonsai-identificatie gids om je boomsoort te achterhalen.

 

Specifieke Treurwilg bonsai verzorgingsrichtlijnen

Positie: Wilgen prefereren een zonnige plek gedurende het groeiseizoen maar hebben misschien wat schaduw nodig tijdens de heetste weken. De treurwilg soorten vragen winterbescherming als ze in containers geplant zijn. Een koude maar vorstvrije serre, garage of schuur zijn goede winterplaatsen voor de wilg bonsai.

Watergifte: tijdens de hete zomerdagen heeft de wilg enorme hoeveelheden water nodig en moet dan verschillende malen per dag water krijgen. Laat de grond nooit uitdrogen. Je kan de pot tijdens de heetste dagen zelfs in een ondiepe schaal gevuld met water plaatsen om droogteschade te vermijden. Geef minder water in de winter maar hou de wortelkluit vochtig.

Bemesting: Geef vaste organische meststoffen iedere 6 weken of gebruik iedere 2 weken een vloeibare meststof gedurende het groeiseizoen. Geef geen meststof met een hoge stikstofwaarde want dit veroorzaakt grotere bladeren, lange internoden en een verhoogde vatbaarheid voor insecten.



Snoeien en bedraden: in de winter snij je de overtollige scheuten die uit de stam ontsproten zijn of in andere ongewenste posities af. Kort de overblijvende takken in tot op 1 of 2 knoppen om de lange hangende twijgen het volgende jaar te vervangen. In de zomer snoei je de nieuwe scheuten herhaaldelijk. Bedraad nieuwe scheuten begin juni om ze in een hangende positie te buigen. Let er op de draad voor hij in de schors inbijt te verwijderen. Oudere takken kunnen met spandraden naar onder getrokken worden in de lente.

Verpotten: Wilgen hebben sterke wortels die de bonsai pot snel vullen. Daarom kan het nodig zijn de wilg bonsai ieder jaar te verpotten. Doe dit als de knoppen beginnen te zwellen. Je kan de wortels sterk snoeien om ruimte te maken voor nieuwe wortelgroei. De grond zou genoeg water moeten vasthouden maar tegelijkertijd goed doorlatend moeten zijn. Omdat de wilg van een licht zure grond houdt kan je wat puimsteen of kalksteen aan je grondmengeling toevoegen.



Vermeerdering: wilgen kunnen zeer gemakkelijk uit stekken vermeerderd worden. Ze wortelen zelfs in een glas water. Zelfs grote en dikke delen van de boom kunnen wortels produceren.



Plagen en ziektes: wilgenboorder, bladluizen, rupsen, galmakers, galmijten, roest of kanker kunnen de wilg aanvallen. Gebruik een specifiek pesticide en vraag in ernstige gevallen een professionele tuinder voor advies.

Bekijk onze Bonsai verzorging pagina's voor meer gedetailleerde informatie over deze technieken.

 

Treurwilg bonsai

Treurwilg bonsai

Treurwilg / Wilg bonsai.